Ongehoord Links

We hebben een nieuwe omroep, voor wie zich niet gehoord voelt: Ongehoord Nederland. Wie de oplagecijfers van de vaderlandse pers een beetje kent en weleens kijkcijfers bekijkt, denkt allicht aan een linkse omroep. Als er één groep ‘ongehoord’ is, is het immers links. Kijk maar naar de cijfers: de linkse dagbladpers past qua oplage in z’n geheel in die van De Telegraaf alleen. Linkse regionale/lokale kranten zijn er amper meer, ook niet in de grote steden. En op radio/tv moet links het doen met omroepen als VPRO en Human en een bescheiden deel van de BNNVARA-programmering, naast de Grote Matthijs-show van grootverdiener Van Nieuwkerk, dito Pauw en de geld-wegsmijt-show van reislustige Floortje. Oh ja, en dan is er nog weekblad De Groene Amsterdammer (printoplage ca. 25.000) en het tot 2020 van de gemeente onafhankelijke maar marginale (op Amsterdam gerichte) MUG Magazine. Dat is het dus.

Maar helaas, Ongehoord Nederland (ON) mikt niet op links maar op ultra-rechts, tot aan lieden die het NSB-verleden van hun ouders nog altijd geen plek hebben ‘willen’ geven, zoals medeoprichter Haye van der Heyden.

De media ’is’ links

Je hoort het vaak, vooral in de zeer rechtse kringen rond rattenvangers als Thierry Baudet en Geert Wilders: ‘De media is’ (liefst in singularis, naar goed Angelsaksisch complotdenken) een links bolwerk dat het linkse wereldbeeld verspreidt, zich voor politiek correcte karretjes laat spannen en ‘de gewone man’ negeert dan wel beschimpt.

Ook al is deze kritiek van Baudet/Wilders c.s. ongefundeerd, zij is zeker niet ongevaarlijk want journalisten zijn een makkelijke prooi – al is het maar omdat ze al snel (meestal onterecht) voor intellectueel doorgaan. Bruinhemden – altijd dol op zondebokken – zien traditioneel in journalisten en zeker in intellectuelen een groot gevaar. Behalve natuurlijk als ze zich braaf aan de bruine gedachte conformeren zoals De Telegraaf in bezettingstijd (lees ook De Zwartste krant van Nederland in De Groene Amsterdammer) onder de SS’er Hakkie Holdert en nog wat collaborerende bladen/omroepen, soms al flink fout in de aanloop naar de bezetting.

Zoals neo-rechts anno nu graag over ‘negers’ grapt en vindt dat vrouwen terug achter het aanrecht moeten, hield een deel van de pers er eind jaren ’30 en in de eerste oorlogsjaren antisemitische en pro-fascistische berichtgeving op na. Een deel van het verzuilde journaille zag wel wat in de ‘Nieuwe Orde’ – niet zozeer op De Telegraaf-redactie overigens, die zich met anti-Duitse plaagstootjes juist de ergernis van de bezetter op de hals haalde. Zie ook Andere Tijden, Marcherende journalisten.

Wat is er zo eng aan journalisten? Geen groter ondermijningsrisico voor extreem-rechts dan waarheidsvinding en debat op niveau. Populisme gedijt nu eenmaal op leugen en bedrog, op wat teleurgestelde, gefrustreerde mensen willen horen, op complotten en op semi-religieuze rites en symbolen. Journalisten prikken daar, of ze nu links zijn, neutraal of zelfs old school conservatief, vaak doorheen of zetten hun publiek met argumenten aan het denken. Dat moet bestreden worden, vinden extreem-rechtse voormannen. Logisch, vanuit hun principes en streven om zich door niets en niemand in de weg te laten zitten in hun strijd om de macht.

De anti-mediahetze van populistisch rechts is niet zonder risico. Zij ondermijnt de vrije nieuwsgaring. Dat is ook precies de bedoeling van ultra-rechts. Ze maken daarbij gretig gebruik van een altijd wel latent, breed gedeeld wantrouwen jegens de journalistiek, zoals ook advocaten en politici niet de meest geliefde beroepsgroep zijn. Hele volksstammen trappen dan ook gretig in het framen van de media als volksvijand. Baudet c.s. werken zo actief mee aan het toenemende geweld jegens journalisten, en dat is precies de bedoeling. Want al zijn ‘de’ media niet links, de meeste journalisten houden hun code in ere en zien het als hun missie om de waarheid bloot te leggen en de leugen te ontmaskeren. Ontmaskering vormt een permanent risico voor politici als Wilders en Baudet, een risico dat moet worden bestreden willen ze in de buurt van de macht komen.

Tot nu hebben populisten in Europa alleen bestendig succes in landen zonder democratische traditie en zonder een lang gevestigde vrije pers. Denk aan Polen en Hongarije. Maar er is nog een omstandigheid, die ook in de VS en UK zichtbaar is: de teloorgang van de vrije pers onder druk van de markt en onder concurrentie van nieuw media-amusement waarmee gewedijverd moet worden. Ook in Nederland zijn kwaliteitsmedia (journalistiek in druk en op rtv) al decennia aan het verliezen van de Talpa’s, de streaming-diensten en de Nu.nl’s. Bestrijders van de vrije pers hebben de economische wind mee.

Vooringenomen

Zit er dan geen bron van waarheid in de kritiek dat ‘de’ media vooringenomen links zijn? Geldt dat niet op z’n minst voor een flink deel van de beroepsgroep? Er zijn studies gedaan naar het white, male middleclass karakter van de journalistiek, onder andere door de Amerikaanse mediasocioloog Herbert Schiller. De suggestie was dat de media juist de status quo in stand hielden, de eigen witte middenklasse verdedigden. Sommige van die studies lijken nu enigszins gedateerd en overtrokken, nog los van het feit dat de media niet meer een louter wit, mannelijk bolwerk zijn.

Hoewel de verhoudingen in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog wel een stuk traditioneler lagen, wees onderzoek destijds (Addy Kaiser 1985, Haagse journalistiek) uit dat het Nederlandse journaille toen al in meerderheid (driekwart) links stemde (vooral PvdA) en er duidelijk antiracistische, internationalistische, feministische en sociale privé-opvattingen op nahield… maar dat was toen. Was het ondanks white, male middleclass of juist ‘dankzij’? Het waren immers de jaren van verzet, juist in de hoger opgeleide witte middenklasse. Onderzoekers als Schiller stapten daar iets te makkelijk overheen. Hoe dan ook, de nieuwe eeuw is een stuk minder revolutionair, dito de journalistiek, ondanks een grotere variatie in afkomst (klasse, etniciteit, geslacht) binnen de beroepsgroep.

Als de kritiek dat de media vooringenomen links zijn al terecht zou zijn, ligt een eventuele verklaring niet meteen voor het oprapen, al komt de verklaring van Volkskrant-redacteur Martin Sommer (zoals aangehaald door Merijn Oudenampsen in de Volkskrant) mijns inziens aardig in de buurt: ‘Wij zijn niet meer links, wel betrokken. Die betrokkenheid keert zich tegenwoordig tegen de macht in het algemeen, de top of ‘de rijken’. Een dergelijke beroepsethiek leidt, al dan niet bewust, tot een linksig profiel, zoals bij NRC Handelsblad en het NOS Journaal.’

Ook voor veel journalisten geldt echter: ‘Wiens brood men eet, diens woord met spreekt.’ Nog maar weer even naar de werkelijkheid: echte linkse media, in de zin van verbonden aan of voortgekomen uit een linkse politieke partij of actiegroep, zijn er allang niet meer, althans niet in enige omvang. Laten we met internet-media beginnen: online is Joop.nl nogal links, als digitale loot aan de VARA-stam, de met BNN gefuseerde voormalige sociaal-democratische omroep. Maar de opiniewebsite van ‘rooie rakker’ Francisco van Jole wordt qua populariteit en bezoekersaantallen zwaar overvleugeld door zo ongeveer alle bepaald niet linkse nieuws- en opiniewebsites, inclusief TPO.nl, Dagelijksestandaard.nl, Geenstijl.nl, Dumpert.nl, Jalta.nl, Elsevier.nl, Sceptr.nl en nog een trits meer of minder (ultra)rechtse tot ronduit fascistische bral-blogs. Geenstijl neemt in dit rijtje een bijzondere positie in, als een van oorsprong satirische nieuws-website die uit de kast is gekomen als regelrechte propagandamachine van populistische partijen (van GeenPeil, Jan Roos en Bart Nijman tot FvD van Thierry Baudet). Van de landelijke nieuwswebsites staat het ‘neutrale’ Nu.nl eenzaam aan de top qua bezoekersaantallen. 

De gedrukte pers dan. Ook met NRC Handelsblad erbij komt die nog maar net boven de oplage van De Telegraaf. Er valt best iets voor te zeggen om de NRC onder de ‘linkse’ media te scharen, zoals eerder aangestipt. Niet dat NRC een linkse krant is maar het is een kwaliteitskrant, net als het FD (Financieele Dagblad) en overigens de wel duidelijk linksere Volkskrant en Trouw.

Feiten checken is linkse hobby

Het feitelijke, doorgaans goed onderzochte nieuws in kwaliteitskranten neigt nogal eens naar een linkse conclusie. Neem de constatering dat het niet goed gaat met het milieu, dat de overheid nogal wat steken laat vallen op terreinen als zorg, onderwijs en welzijn enzovoort. Maar om nu te zeggen dat ‘de’ pers links is… dat is een wel heel cynische conclusie voor wie de oplagecijfers kent. Ook online overtroeven perstitels als Telegraaf.nl, en Metro.nl (ook Telegraaf) gemakkelijk alle niet-rechtse titels bij elkaar. Daar komt nog het AD bij, in print en online, inmiddels de tweede krant van Nederland en hoewel geen onderdeel van De Telegraaf-groep nauwelijks minder populistisch.

Regionaal zijn de kaarten al nauwelijks progressiever geschud. De provincies Noord-Holland en Limburg zijn al heel lang zo goed als volledig in handen van De Telegraaf. Het Parool in hoofdstad Amsterdam dan? Toch ooit een PvdA-vriendelijke oud-verzetskrant. Die tijd is allang voorbij. De Amsterdamse stadskrant, met overigens een bescheiden oplage is bovendien inmiddels feitelijk onderdeel van het populistische AD, waarmee het veel inhoud deelt.

Oud-hoofdredacteur/directeur Jan Bonjer van het AD vond de titel ‘kwaliteitskrant’ niet iets om trots op te zijn en hinderlijk in zijn concurrentie met De Telegraaf. Het AD voer al voor de overname door De Persgroep een populistische koers, met als journalistieke hoogtepunten de jaarlijkse oliebollentest en friettest. Volgens een eigen artikel stemde de AD-lezer in 2015 vooral CDA, VVD en PVV. Subtitels van het AD zijn onder andere Rotterdams Dagblad, Haagsche Courant en Utrechts Nieuwsblad. Twee kleine onafhankelijke spelers regionaal zijn de NDC Mediagroep (Noordelijke Dagblad Combinatie) met als belangrijkste titels het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant, en de Barneveldse Krant van BDU Uitgevers.

Illustratief voor het populistische karakter van het AD is het artikel waarin wordt gemeld dat Ongehoord Nederland ‘boos’ is op minister Arie Slob. ‘Die geeft mogelijk nieuwe omroepen een jaar langer, dus tot 31 december 2020, de tijd om leden te werven.’ ON vindt dat Slob de spelregels heeft veranderd, zo neemt het AD in de lead van het artikel klakkeloos over. ‘Een onbetrouwbare overheid’, aldus ON én een tussenkop in het AD-bericht, om pas daarna, behoorlijk achterin het artikel te melden dat de nieuwe peildatum al in juni was aangekondigd en in september in een wetsvoorstel stond vermeld. ‘Dat had Ongehoord Nederland ook kunnen weten’, zo citeert AD een woordvoerder van Slob ten slotte.

Iets vergelijkbaars als met NRC en FD als van linkse vooringenomenheid beschuldigde kwaliteitspers doet zich ook op tv voor. Niet dat NOS Journaal of EenVandaag, Nieuwsuur en NTR zo links zijn maar als je de journalistieke lat ook maar een fractie hoger legt dan Boer zoekt vrouw, Wie is de mol, voetbal of het NL-nieuws van Talpa (o.a. SBS) dan schijnt dat tegenwoordig al automatisch alleen de hogere progressieve-intellectuele echelons aan te spreken. En die moeten dan voor lief nemen dat ook het NOS Journaal sensatiezucht niet schuwt, almaar bescheidener en simplistischer wordt in bijvoorbeeld zijn buitenlandverslaggeving en complexe nieuwsonderwerpen sowieso liever niet uitwerkt. Het moet kort en bondig, zeker vergeleken bij onder andere het Vlaamse journaal (VRT), om over het gebrek aan ABN als verheffingsnorm nog maar te zwijgen

De Nederlandse publieke omroep is niet links, op Lubach en een enkele VPRO-documentaire na… en de consumentenprogramma’s Radar en Kassa, waarvan vooral de eerste, zeker voor AVROTROS-begrippen, nogal eens behoorlijk links uit de hoek kan komen, louter omdat in dat programma nu eenmaal misstanden aan de kaak worden gesteld. Radar bezondigt zich aan journalistiek.

Het lijstje omroepgemachtigden laat verder vooral rechtse clubs zien, van de EO tot PowNed en WNL (uit de GeenStijl- en Telegraaf-stal). Ook hier is het vooral ‘ongehoord links’. Radio laat een nauwelijks afwijkend nieuwslandschap zien.

De doodgezwegen meerderheid

Er is een behoorlijk gat op links, als het om journalistiek in de media gaat – amusement en cultuur (of gebrek daaraan) niet eens meegerekend. Ongehoord Nederland wil echter absoluut niet links zijn. Integendeel, een van de oprichters lonkt openlijk met het NSB-verleden van zijn vader. Haye van der Heyden hoopte dus dat ook Holocaust-ontkenners bij ON terecht konden. Een brug te ver, vond Arnold Karskens en dus verdween Van der Heyden van het toneel. Maar met hem is het bruin nog lang niet van ON afgeveegd. Wat te zeggen van alt-right scribent Joost Niemöller (na een carrière als freelancer voor ‘linkse’ media, tegenwoordig blogger voor De Dagelijkse Standaard en prominent twitteraar, die meent: ‘Bij Joden zie je, die zitten hoog in de boom, bijna overal.’ Niemöller laat zich inspireren door Kevin MacDonald, ‘intellectueel’ van neo-nazi’s. De zelfverklaarde racist Niemöller vreest ook rassenvermenging en vindt de Holocaust-ontkenner David Irving ‘de beste historicus over WO II’. Zo onverwacht is het gelonk van Van der Heyden en Niemöller met het nazi-gedachtengoed niet; ze zijn er de hedendaagse tovenaarsleerlingen van.

Vertegenwoordigt ON werkelijk het ‘ongehoorde Nederland’, de zwijgende meerderheid? Welnee, het aantal Nederlanders dat serieus twijfelt aan hoe fout het nazisme was is ongehoord klein, een sneue minderheid van rancuneuze nihilisten met een persoonlijkheidsstoornis of een onverwerkt verleden zoals wat nazaten van collaborateurs. Nederland stemt in meerderheid rechts (CDA, VVD) tot gematigd progressief (D66) maar denkt vaak links als het om concrete kwesties gaat als marktwerking in de zorg, afbraak volkshuisvesting enzovoort. Niet voor niets vermomt Geert Wilders zich soms als een politicus met een sociale agenda, hoe ongeloofwaardig ook. Ongehoord zijn vooral de Nederlanders – autochtoon én allochtoon – die zich kwaad maken over onrecht maar die zich niet langer in de linkse partijen herkennen die dat onrecht traditioneel willen aanpakken, vanwege een complex aan in de afgelopen decennia opgebouwde redenen. Als de alt-rechtse media deze groep Nederlanders al aan het woord laat, is het om het vuurtje tussen hen en links verder op te stoken.

Het laatste woord is aan Frits Abrahams in het ‘rooie’ NRC Handelsblad: ‘Eindelijk publiek omroepje spelen, eindelijk meesmullen uit die ruif waar ze, net als hun favoriete PVV, zo’n afkeer van hebben, maar waar ze maar al te graag van profiteren als de kans zich voordoet.’ Dat is een logischere motivatie om nog maar weer eens een rechtse omroep te beginnen dan het idee dat het rechtse geluid niet gehoord mag worden, wat volstrekte lariekoek is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.