Bruisend Hart: gemiste kans voor Oost

HILVERSUM – De Hilversumse gemeenteraad stemt enthousiast in met het plan om het Oosterspoorplein volledig te bebouwen. Wethouder Edwin Göbbels (Democraten Hilversum) ontkent dat hij daarmee een betere verbinding met het centrum voorgoed blokkeert. Ook de giftreinen ziet Göbbels niet als belemmering om 80 woningen pal aan het spoor toe te voegen, zorgen van de brandweer ten spijt.
De raad van 14 mei 2025 was de eerste waarin ik als eenmansfractie mijn bijdrage aan het debat mocht leveren. Niet gehinderd door coalitieafspraken voelde ik mij vrij om een motie van het kersverse D66-raadslid Robbert Jan Proos mee in te dienen: maak nu eindelijk eens echt werk van de beloofde diversiteitsraad en val niet in herhaling. Het is een mysterie waarom die na acht jaar ploeteren nog steeds tot niks heeft geleid. Verantwoordelijk wethouder Jacqueline Kalk (PvdA) gaf toe dat er wel wat te verbeteren valt. Tegen Robbert Jan Proos: “U legt de vinger op de zere plek.”
Het logo van Fractie Lahaise prijkte ook boven een motie van VVD-raadslid Ellis Zeeuw van der Laan over inclusief werkgeverschap en boven een motie van SP-raadslid Bianca Verweij. Zij pleitte voor een socialere, meer op vertrouwen gestoelde invulling van de Participatiewet. Kalk omarmde de motie van coalitiegenoot VVD maar schoof het voorstel van de SP door naar collega Gerben van Voorden (CDA). Opsteller Verweij nam genoegen met diens toezegging dat het college welwillend tegenover haar motie stond maar dat die eigenlijk niet bij het agendapunt over inclusie thuishoorde.
Maar mijn pièce de résistance was mijn verzet tegen de jongste collegeplannen voor de oostzijde van station Hilversum, het Oosterspoorplein. Zoals verwacht kreeg ik geen handen op elkaar voor mijn bedenkingen tegen de jongste plannen voor ‘Bruisend Hart’. Naast fundamentele kritiek op de uitvoering van het parkeerbeleid en nog een paar irritaties binnen de coalitie van VVD, DH, CDA, GroenLinks en PvdA markeerde mijn vasthoudende kritiek op dit plan de scheuring binnen de PvdA-fractie. ‘Tekenen bij het kruisje!’, commandeerden afdelingsbestuur, fractie en wethouder. Waarom ik dat zeker in dit geval niet over mijn hart kon verkrijgen legde ik de raad nog eens uit in onderstaand betoog:
Geachte voorzichter,
Morgenavond (15 april) buigen inwoners van Oost zich in een van de schaarse horecagelegenheden van dat stadsdeel over de vraag of ze er nog bij mogen horen… en of ze er nog wel bij willen horen. Het spoor mag dan niet meer de spreekwoordelijke scheiding zijn tussen het arme en het welvarende Hilversum, een barrière vormt het nog altijd. En dat idee van een Berlijnse Muur tussen Hilversum-Oost en de rest van de stad wordt nog eens versterkt door het voorliggende plan van de wethouder om het Oosterspoorplein nog meer te verstenen dan in het eerdere bestemmingsplan was voorgenomen. Dit tegen alle adviezen, van onder meer Goudappel en ProRail in. Zelfs de bescheiden vraag om een bredere tunnel, en dus niet even de stoep weghalen zoals de SP bepleit, kan Oost straks op zijn buik schrijven. Fysiek onmogelijk en als het kan blijft het een enge goot tussen twee hoge stenen of betonnen muren. Dat de straks extra dikke en ondoordringbare Berlijnse Muur in het beeldkwaliteitsplan voor Bruisend Hart ronkend een ‘markante westwand’ heet maakt de toegang naar het centrum niet aantrekkelijker… versterkt eerder het idee dat geen enkele belofte van een betere verbinding tussen beide delen van Hilversum wordt nagekomen. Met de voorgestelde omgevingsplanwijziging wordt de achterzijde van het station voor generaties ‘volledig dichtgezet’, zo waarschuwt ook ProRail. Stedenbouwkundig en verkeerstechnisch onverantwoord. Net zo onverantwoord is het bouwen van extra woningen, pal aan het spoor, nog dichter er bovenop dat al bestaande bebouwing. Zeggen de stofjes methanol, trichloorethtleen, zinkarsenaat en kwikchoride u iets? Bijna dagelijks denderen er giftreinen door Hilversum, over ons toch al drukke spoor. Gif en ontvlambare stoffen als petroleum, straaljagerbrandstof, ethanol en benzine. Dit is maar een zeer kleine greep uit wat ik, woonachtig aan dat spoor, voorbij zie komen. De veiligheidsregio maakt zich zorgen, zo maakte ik op uit de zienswijze, en dat lijkt mij volkomen terecht. Daarom dien ik amendement 35 in. Liever zie ik het hele bouwblok B niet gerealiseerd, of hooguit zoals eerder besloten in het vorig jaar aangenomen stedenbouwkundig plan.
Het amendement (wijzigingsvoorstel) 25-35 getiteld ‘Geen woningen in blok B’ werd bijna fanatiek door wethouder Göbbels ontraden en dus door de volledige raad, op ondergetekende na, weggestemd. Geen bredere verbinding tussen Oost en centrum, nu niet en ook niet in de enigszins nabije toekomst. Woningen sloop je nu eenmaal niet, en al helemaal geen nieuwbouw. Bruisend Hart zal het aanzicht van de entree naar Oost voor generaties bepalen. Een gemiste kans.
Stoep weg uit stationstunnel, tegen beter weten in
De SP kreeg nog wel iets voor elkaar. Fractievoorzitter Paul Vonk stelde per motie voor om de stoep uit de tunnel te verwijderen, om zo het fietspad te verbreden. Voor voetgangers rest dan de stationshal. Daarover wil de wethouder best met de NS in gesprek, wat niet voor het eerst zou zijn. Göbbels’ voorganger Arno Scheepers (VVD) had dat al eens geprobeerd, zonder veel succes. En zelfs al zou de NS inmiddels wat welwillender staan tegenover het openbaar toegankelijk maken van de eigen stationshal, dan nog blijft die route vanwege het niveauverschil voor menig Hilversummer niet ideaal. Zonder werkende lift kom je als rolstoeler niet naar de andere kant. Niet voor niets ontraadt verkeerskundig adviesbureau Goudappel Coffeng het verwijderen van het trottoir, ook in het scenario van een openbaar toegankelijke stationshal. Uit het rapport Verkenning toekomstige functie stationstunnel (2021 i.o.v. gemeente Hilversum):

Van wie is zo’n stationshal eigenlijk? Niet iedereen lijkt te beseffen dat een stationshal geen openbaar gebied is. De hal is van de NS en je mag er dan ook niet zonder OV-chipkaart naar binnen. Wel heeft de NS met enkele gemeenten de afspraak dat omwonenden ook met een speciale pas door het station mogen lopen. Een hoop gedoe. Amsterdam-CS heeft de semi-openbare IJpassage, in feite een winkelcentrum. Of zoiets in het veel kleinere Hilversumse stationsgebouw haalbaar is valt zeer te betwijfelen. Het Rijk en de ‘spoorse partijen’ (NS en ProRail) tonen sowieso weinig animo om in Hilversum te investeren. Zelfs niet in het onhandige en steeds drukker wordende station Sportpark. “Geen prioriteit”, liet de ProRail-woordvoerder de raad in scherpe bewoordingen weten. Daar sta je dan als gemeente met je ambitieuze plannen voor een mobiliteitshub en het verbinden van Arenapark met Laapersveld (scholen, kantoren en woonwijk). Wethouder Göbbels’ enthousiaste omarming van de SP-motie, met de toezegging om met de NS in gesprek te gaan, leek dan vooral voor de bühne.
Mijn kritiek dat de stationstunnel feitelijk langer wordt, in plaats van de ooit toegezegde verbetering van de doorgang naar het centrum, kon op de inmiddels al te vertrouwde bestuurlijke ‘ergernis’ bij de wethouder rekenen, het ooit zelf zo kritisch raadslid als het om stedelijke ontwikkeling ging. Göbbels bestreed geïrriteerd dat de tunnel aan de oostzijde van het spoor feitelijk langer wordt. De helling wordt volgens hem juist wat minder steil en daardoor prettiger. Hoe dat lukt, lijkt me moeilijk uit te leggen zonder verlenging van wat de fietser als verlengde tunnel zal ervaren. Als raadslid fel tegenstander van hoogbouw omarmde Edwin Göbbels nu juist de extra lange en torenhoge zijwanden van bouwblokken A en B als geweldig. Ik sprak in dit verband van ‘tunnelbeleving’, want veel anders zal het niet aanvoelen als je komend uit de stationstunnel nog steeds een flink eind tussen twee enorm muren moet ploegen.

Giftreinen denderen ook door Hilversum
Alsof de duvel ermee speelt, kopt de Volkskrant twee dagen na de raadsvergadering: ‘Steden willen af van giftreinen door hun woonwijken, maar het kabinet ligt dwars.’ Van Hilversum zal het kabinet geen last hebben. Dat is zorgelijk. Uit het VK-artikel: ‘Een kilometer of vijftig van de tunnel scheurt een trein met 21 knalgele, lichtblauwe en grijze tankwagons bijna net zo oorverdovend hard door station Tilburg Universiteit als de andere goederentreinen die hier elk kwartier doorheen denderen. Op de perrons staan reizigers die zich van de trein afwenden, aan weerszijden van de spoorlijn liggen woonwijken. De tanktrein komt van het centrum van de Brabantse stad met ruim 200 duizend inwoners. Uit de waarschuwingsstickers op de ketelwagens blijkt dat ze allemaal zijn gevuld met een gevaarlijke, licht ontvlambare en explosieve stof. Het is methanol, een van de meestgebruikte grondstoffen in de chemische industrie. Het giftige spul kan huidirritatie en blindheid veroorzaken en is, in het ergste geval, dodelijk.’
Hetzelfde spul passeert ook station Hilversum, in behoorlijke hoeveelheden en aangevuld met gifstoffen als trichloorethtleen, zinkarsenaat en kwikchoride. Zoals ik de raad in mijn betoog informeerde is dit nog maar een zeer kleine greep van wat in regel dagelijks Hilversum doorkruist. Saillant: eigen waarnemingen overstijgen de officiële cijfers. Niet minder opmerkelijk: schriftelijke vragen die ik eind april hierover indiende zijn niet gepubliceerd. Daarin vroeg ik het college of het bij woningbouwprojecten als Bruisend Hart wel voldoende rekening houdt met de risico’s van chemisch transport. Het antwoord zal wel weer zijn dat het aantal wagons (ketelwagenequivalenten) reuze meevalt en de kans op een ramp extreem klein is. Dat zijn antwoorden waar een burger niet zomaar op kan vertrouwen, zoals de zaak rond de staalslakken van Tata Steel weer eens aantoont.
Nog één keer de Volkskrant: ‘Tien jaar geleden botste op deze plek (Tilburg, JPL) een reizigerstrein op de achterste ketelwagen van een goederentrein die van het chemische industriecomplex Chemelot in Zuid-Limburg op weg was naar de haven van Rotterdam. Om van machinist te wisselen stond de trein stil, maar hij was te lang om helemaal op een zijspoor te passen. Na de botsing, doordat de machinist van de passagierstrein ook nog een rood sein miste, lekte het ontvlambare gas butadieen uit de laatste wagon. De lekkage had geen gevolgen, maar de Onderzoeksraad voor Veiligheid stelde vast dat spoorbedrijven onnodige risico’s nemen bij het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor.’ De kans dat zoiets ook in Hilversum is niet ondenkbaar, gezien de hoge treindichtheid op het traject Amersfoort-Amsterdam. In 2024 ontspoorde een personentrein, even voorbij het station. Gelukkig was daar geen chemicaliëntrein bij betrokken. Op 4 april 2023 botsten een goederentrein en een passagierstrein op elkaar, even voorbij station Voorschoten plaats. Oorzaak was een rijdende kraan op het spoor. Werktreinen zijn ook in Hilversum een vertrouwd beeld.
Maar wat doen we met al bestaande woningen langs het spoor? Niets natuurlijk, al zijn er hier en daar wellicht wat maatregelen gewenst voor meer veiligheid en eventueel tegen trillingen en lawaai. Uitgangspunt blijft dat het chemicaliëntransport over het spoor nog altijd een stuk veiliger is dan over de weg. Zolang er niet genoeg ondergronds transport mogelijk is (zie Volkskrant-artikel), zullen we moeten accepteren dat chemicaliëntreinen ook Hilversum passeren. Maar om nu nog veel meer extra woningen pal aan het spoor toe te voegen – zie ook de Koninginneweg – lijkt mij wel erg de kat op het spek binden. Daarbij wordt de afstand tot het spoor wel erg krap in vergelijking met de meeste huidige woningen langs de Oosterspoorlijn/Gooilijn.
Hilversum Doormidden
Hilversummers Guus Beijer en Willem Davids namen het initiatief om Hilversum Doormidden te organiseren: een half ludiek en vooral ook serieuze idee om ‘Oost desnoods van Hilversum af te scheiden’. Het echte doel is om nu eindelijk eens werk te maken van het ondertunnelen van het spoor. Zo niet dan zou Oost zich moeten beraden op meer autonomie, zodat het stadsdeel waar bijna 40 procent van de Hilversummers woonachtig is, zijn eigen boontjes kan doppen. Denk aan meer scholen, sport, horeca, een bibliotheek enzovoort. Dan hoeven Oosterlingen in elk geval niet meer zo vaak over de spoorbarrière. Beijer en Davids hebben zeker een punt. Om van Oost naar het centrum of verderop in Hilversum te komen heeft de Oosterling feitelijk vier overgangen tot zijn beschikking: het viaduct over de Lage Naarderweg (Joh. Geradtsweg), kleine spoorbomen, stationstunnel en Beatrixtunnel. Ter vergelijking: Bussum telt maar liefst 11 spoorpassages, waarvan 6 alleen al bij het centrum.
Op de goed bezochte avond in café Dudok (achter het station) bleek weinig animo voor afsplitsing en des te meer voor ondertunneling. Wel zagen de meeste aanwezigen in dat zo‘n ambitieus plan toch echt voor de zéér lange adem is. Mijn suggestie om in de tussentijd niet stil te zitten maar te blijven knokken voor een betere verbinding en meer voorzieningen leverde applaus op. De ook aanwezige PvdA-fractievoorzitter Kees Bakker (tevens enig overgebleven raadslid voor deze partij) onthield zich wijselijk van commentaar.